Programma

Gezonde financiën

Een financieel gezonde gemeente

De lokale overheid functioneert met het geld van de burger. Met dat geld moet omzichtig worden omgesprongen. Een transparant financieel beleid, met een begroting in evenwicht is dan ook cruciaal. Daarbij moeten we, zeker in de huidige budgettaire context, keuzes durven maken. Als N-VA willen we nadrukkelijk inzetten op investeringen en besparen op exploitatie. Blijven investeren is noodzakelijk, terwijl het overheidsbeslag zonder twijfel beperkt moet worden.

Om dat te bereiken mag wat ons betreft geen gebruik gemaakt worden van oppervlakkig oplapwerk. Wel integendeel, de N-VA wil werk maken van structurele maatregelen. Daarbij moet elk ander beleidsdomein en elke andere lokale overheidsorganisatie betrokken worden.

Een goed financieel beleid is bovendien gebaseerd op feiten en analyses en houdt rekening met zowel de korte als de lange termijn; enige voorzichtigheid is in dat verband geboden.

Tot slot moeten we het financieel beleid zowel voor de eigen organisatie als voor de burgers simpel houden. Eenvoud is het kernbegrip.

Uitgaven onder controle

Zoals elke goede huisvader moet ook het lokale bestuur zijn rekening op orde hebben. De eerste grondregel daarbij is om niet meer uit te geven dan er binnenkomt. De gemeentelijke uitgaven moeten strikt onder controle worden gehouden. Sluipende budgetverhogingen moeten we te allen tijde vermijden en onnodige marges moeten worden ingekrompen.

Transparante fincanciering

Alsmaar meer zien we gemeenten die de financiële trukendoos openen als het op investeringen aankomt. Via allerlei mechanismen worden projecten buiten de investeringsbegroting gehouden en aan de publieke controle onttrokken. Zulke praktijken wijzen we als N-VA af. Wat ons betreft heeft de burger alle recht om het volledige financiële plaatje van de investeringsprojecten te kennen en moet dat ook op een transparante manier worden opgenomen in de budgetten.

In de gemeente Linter bedraagt de aanslagvoet van de aanvullende personenbelasting 8% en is de onroerende voorheffing 1200 opcentiemen. Dit wil N-VA zeker niet verhogen en als het kan zelfs verminderen. Dit door middel van een voeren van open en doorzichtige boekhouding die voldoende analytisch inzicht biedt om correcte beleidsbeslissingen te nemen.

Economie, Land- en tuinbouw

Als N-VA dragen we het lokaal economisch weefsel een warm hart toe. We ondersteunen iedereen die onderneemt en werkt en geven het lokaal ondernemerschap maximale kansen. Onze visie draait in essentie rond onderstaande drie pijlers.

Ondernemingsvriendelijke gemeente

Het lokaal ondernemerschap vormt de basis van onze welvaart, zorgt voor tewerkstelling en draagt bij tot het welzijn van onze burgers. Daarom willen we ook maximaal kansen bieden aan zelfstandige ondernemers en bedrijven. We maken werk van een positief, open en ondersteunend beleidskader en hebben steevast oog voor de belangen van onze lokale economische actoren.

Toerisme als troef

Toerisme is een motor van economische ontwikkeling en creëert toegevoegde waarde. De gemeente kan een belangrijke rol spelen als regisseur door het bestaande aanbod aan toerisme en horeca te promoten en te ondersteunen. In functie van de schaalgrootte ondersteunt de gemeente ook de ontwikkeling van nieuw en economisch interessant aanbod.

De bedrijven en landbouwers degelijk informeren en waar mogelijk promoten!

Werken aan minder hinder

Werken aan het openbaar domein zijn noodzakelijk voor een betere veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid van straten en kernen. Bij openbare werken pleiten we voor een evenwicht tussen de noodzaak van de werken en het beperken van de hinder. Het uitgangspunt is hoe dan ook duidelijk: we beperken de hinder tot een minimum.

Openbare orde en Veiligheid

Een echte veiligheidscultuur

Het handhaven van de veiligheid op haar grondgebied is één van de belangrijkste kerntaken van de overheid. Het veiligheidsbeleid werd in dit land jarenlang verwaarloosd en daarvoor hebben we helaas een zware prijs moeten betalen. Dankzij minister van Binnenlandse Zaken Jambon hebben we op alle niveaus —dus ook op lokaal niveau— de omslag gemaakt naar een echte veiligheidscultuur, een geïntegreerde aanpak van de veiligheidsproblematiek en dat ondanks de moeilijke maatschappelijke context.

Voor de N-VA is veiligheid geen zaak van politie en justitie alleen; het gaat om een collectieve verantwoordelijkheid van burgers en overheid. Burgers zijn voor de gemeente een onmisbare partner in de strijd tegen criminaliteit en overlast. Zij kennen hun buurt immers als geen ander.

Ook de gemeente en de lokale politie moeten zelf actief inzetten op de preventie van criminaliteit en overlast. De N-VA gelooft in een doordachte nultolerantie en een lik-op-stukbeleid via GAS om het gevoel van straffeloosheid en het gevoel van onveiligheid bij de burger aan te pakken.

Samen werken aan veiligheid

Veiligheid is meer dan een zaak van politie en justitie alleen; het is een collectieve verantwoordelijkheid van de hele gemeenschap. De burger is de eerste partner van de politie in de strijd tegen de criminaliteit.

Onderwijs en naschoolse kinderopvang

Kwaliteitsvol onderwijs

De N-VA wil ook binnen de bevoegdheden van de gemeente werken aan kwaliteitsvol en bereikbaar onderwijs voor elk kind ongeacht hun thuissituatie en rekening houdend met de capaciteiten van elk kind. In Vlaanderen krijgt iedereen kansen, iedereen moet mee. In dat opzicht pleiten we voor de buurtschool in het basisonderwijs en een doordachte aanpak van het capaciteitsprobleem zowel op korte als op lange termijn, waarbij we rekening houden met de keuze van de ouders en de aanwezigheid van broers of zussen. Steden en gemeenten hebben een belangrijke lokale coördinatieopdracht inzake onderwijs en vorming, zowel in het leerplichtonderwijs als op het vlak van levenslang leren. Daarnaast zijn ze zelf belangrijke aanbieders van onderwijs. Die rol moeten ze in de toekomst blijven opnemen. Tot slot zijn gemeenten een belangrijke partner om het Vlaamse beleid aan te vullen en uit te voeren. Zo helpen ze actief mee aan de coördinatie van inschrijvingen.

Een kwaliteitsvolle naschoolse kinderopvang

Het decreet flankerend onderwijsbeleid voorziet in de mogelijkheid voor lokale besturen om ochtend- en avondtoezicht te voorzien in alle scholen op haar grondgebied. N-VA Linter pleit ervoor dat de gemeente deze mogelijkheid maximaal benut om werkende ouders wat meer tijdsruimte en flexibiliteit te gunnen. Bovendien kan dit toezicht ‘creatief’ ingevuld worden, bijvoorbeeld met huiswerk-, taal- , lees- en bewegingsprojecten.

De gemeente moet proberen te zorgen voor kwaliteitsvolle opvang voor kinderen in een niet schools aanvoelend kader tijdens de verlofperioden. Om dit te realiseren is samenwerking met andere gemeenten mogelijk misschien noodzakelijk.

Sociaal weefsel & gezinsbeleid

Een warme gemeenschap, een plek voor iedereen

We maken van onze gemeente een plek waar iedereen – gezinnen, senioren, personen met een beperking – zich thuis kunnen voelen. Een sterk sociaal weefsel waarbij iedereen zijn rechten, maar ook zijn plichten vervult, vormen hiervoor een belangrijke voorwaarde. De gemeente is in de eerste plaats regisseur van het lokaal sociaal beleid en ziet erop toe dat er een voldoende en gedifferentieerd aanbod is. Ze bundelt de expertise van de lokale actoren en werkt nauw met hen samen om lacunes in het aanbod te detecteren en op te vullen, bij voorkeur door de lokale spelers. Zo kan de ene gemeente meer nood hebben aan extra kinderopvang, terwijl andere gemeenten kampen met een sterkere vergrijzing en bijgevolg meer moeten inzetten op woonzorgcentra. We ondersteunen initiatieven die goed werk leveren en bijdragen tot de sociale cohesie, ongeacht tot welke zuil ze behoren. We laten niemand aan zijn lot over en voeren een geïntegreerd sociaal beleid. Concreet betekent dit dat we binnen alle beleidsdomeinen rekening houden met de impact op gezinnen, personen met een beperking, senioren, mensen in armoede en andere kwetsbare groepen. Als gemeenschapspartij sluiten we niemand uit, maar kiezen we voor inclusie. We zorgen ervoor dat wie wil, actief kan deelnemen aan het gemeenschapsleven. Op die manier maken we van onze gemeente een warme gemeenschap.

Voldoende, betaalbare en flexibele kinderopvang

N-VA Linter wil in onze gemeente in de eerste plaats mikken op werkende gezinnen, voor

zover dit past binnen de wettelijke en decretale marges. De N-VA gaat daarom voor voldoende, betaalbare en flexibele kinderopvang, zowel voorschools als buitenschools en met een zo optimaal mogelijk gewaarborgde toegang. Ook het aanbieden van occasionele kinderopvang hoort daarbij.

Tot slot mag niet vergeten worden dat het opvangen van kinderen niet alleen een zaak is van professionele kinderopvang. Vrijwillige kinderopvang door grootouders, andere familieleden, soms zelfs buren, verdient aanmoediging.

Jeugd

N-VA Linter vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren in onze maatschappij ook volop de kans krijgen om kind en jongere te zijn. Zij moeten de tijd en ruimte krijgen om op te groeien en mogen daarbij gerust fouten maken. Opgroeien tot volwaardige burgers gaat met vallen en opstaan. Dit neemt niet weg dat ook jongeren gaandeweg op hun fouten moeten aangesproken worden en hun verantwoordelijkheid moeten nemen.

De N-VA ziet een sterke jeugdraad als spil voor de inspraakmogelijkheden die jongeren in het lokale beleid kunnen hebben.

Voor kinderen is het tevens belangrijk dat zij naar school, naar de sportclub, naar de jeugdbeweging kunnen gaan in hun eigen buurt. Dat is niet enkel veiliger en minder belastend voor het verkeer maar versterkt op zijn beurt ook het sociale weefsel en de ontmoetingen tussen ouders.

Een gerichte wijkwerking in bepaalde buurten, bijvoorbeeld met kansarme jongeren, verhoogt niet enkel de leefbaarheid in de buurt maar ook hun competenties en hun netwerk, en daardoor hun verdere kansen in het leven.

Verenigingsleven, vrijwilligerswerk, buurt- en wijkwerking

Van een gemeente een gemeenschap maken, dat is voor N-VA Linter de echte uitdaging. Het belang van het bevorderen van het sociale weefsel is niet te onderschatten: een buurt of een wijk die aan elkaar hangt:

  • zet dingen in beweging
  • heeft bewoners die elkaar aanspreken bij problemen (bv. geluid van spelende kinderen, overhangende bomen, …) in plaats van meteen juridische stappen te ondernemen
  • zorgt voor de nodige sociale controle en vergroot het veiligheidsgevoel.

En het spreekt voor zich dat de integratie van nieuwkomers vlotter verloopt in wijken waar de buren met elkaar omgaan. Buurt- en wijkwerking zijn een perfect middel om de sociale cohesie te versterken. Een sterk sociaal weefsel en leefbaarheid van buurten gaan hand in hand. Alle vormen van overlast (nachtlawaai, sluikstorten, hangjongeren, …) vergroten de ontevredenheid en zorgen voor frustratie.

Werken aan de leefbaarheid van buurten is niet enkel de verantwoordelijkheid van de gemeente maar in de eerste plaats van de inwoners zelf. Het spreekt vanzelf dat de politie kan worden ingeschakeld als het probleem de spuigaten uitloopt.

Ook het verenigingsleven speelt een belangrijke rol in het versterken van het sociale weefsel. Het individu ontleent er in belangrijke mate zijn identiteit aan. Dit individu wordt burger door zich in te zetten voor de gemeenschap. Ongeveer de helft van Vlamingen is actief lid van een vereniging. Heel veel mensen zijn betrokken bij een of andere vorm van vrijwilligerswerk. De participatie aan verenigingen neemt toe, behalve voor verenigingen die werven op basis van onvrijwillige persoonskenmerken zoals geslacht (vrouwenverenigingen) en leeftijd (verenigingen voor gepensioneerden). Het zijn vooral specifieke verenigingen die werven op basis van zelfgekozen kenmerken als interesse (bv. hobbyclub) en sport (sportverenigingen) die in de lift zitten.

Verenigingen ‘socialiseren’ hun leden. Langdurig lidmaatschap heeft een positieve invloed op tolerantie, vertrouwen en politieke interesse. De N-VA wil dit verenigingsleven alle kansen geven om zich zo maximaal mogelijk te ontwikkelen.

Financiële en logistieke ondersteuning kunnen daar belangrijke elementen in zijn, net als het reduceren van de administratieve lasten. De administratieve draagkracht van verenigingen verschilt vaak heel sterk. Denken we maar aan de vele adhocverenigingen. Ook deze mogen niet uit de boot vallen.

Ook op vrijwilligerswerk zet de N-VA ten volle in. Voor vele organisaties en verenigingen zijn vrijwilligers onmisbaar in hun werking. De mogelijkheden om als vrijwilliger aan de slag te gaan, zijn in een gemeente bijzonder talrijk: van socio-culturele verenigingen over buurtwerking tot helpen bij de inburgering van migranten, …

Ondersteuning van mantelzorgers

We benaderen de vermaatschappelijking van de zorg op een positieve manier. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot buurtvervoer of mantelzorg. De meeste zorgbehoevende personen willen zo lang mogelijk en zo goed mogelijk thuis blijven en geholpen worden. Een mantelzorgtoelage beschouwen we niet als financiële hulp, maar wel als blijk van waardering voor de mantelzorger. Daarom zou bijvoorbeeld een financiële premie kunnen vervangen worden door waardebonnen om aankopen te doen bij de plaatselijke handelaar. Daarnaast voorzien we ook niet-financiële ondersteuning van mantelzorgers.

Linter moet werk maken van een update van de mantelzorgpremie. Deze premie is vast gelegd in een 10 jaar oud plan, sinds 2008 is dit nooit ge-update naar de huidige noden, maar vooral moet men zorg maken dat deze premie een premie wordt waar men iets van heeft. Momenteel bedraagt deze premie 50 euro per jaar per zorgbehoevende persoon en voor één mantelzorger. N-VA Linter wil dit bedrag aanzienlijk verhogen en kijkt dan vooral naar de omliggende gemeenten die kunnen dienen als referentie. N-VA Linter wil graag dit bedrag verdubbelen.

Mobiliteit

Kleinere gemeenten zijn vaak nog sterker op het gebruik van de auto gericht. Een vlotte bereikbaarheid is belangrijk voor de gemeentekern, maar in schoolomgevingen, pleinen, … moet de auto plaats ruimen voor de zwakke weggebruiker en moet de snelheid worden verminderd. Lokaal focussen we niet op dure en onhaalbare projecten zoals grote omleidingswegen, maar opteren we wel voor verstandige investeringen (bijv. bij het herinrichten van de weg of bij de aanleg van fietspaden), die binnen een redelijke termijn een effectieve verbetering van de verkeerssituatie en mobiliteit opleveren. Doorgaand verkeer moet vlot kunnen doorstromen en, waar mogelijk, gescheiden worden van het plaatselijk verkeer.

Tot slot moeten gemeenten onderling meer samenwerken en grensoverschrijdende afspraken maken. Gemeenten uit één vervoersregio moeten samenwerken om de mobiliteit in de regio voor iedereen te garanderen. Mobiliteitsplannen, fietspaden, (vracht)routes en vervoer op maat moeten over de gemeentegrenzen heen bekeken worden.

Een stimulerend fietsbeleid

Een stimulerend fietsbeleid houdt volgens de N-VA in:

Meer mensen veilig en comfortabel op de fiets krijgen

Voor de N-VA is de fiets een volwaardig transportmiddel. Met een doordacht beleid en wat goede wil kan Vlaanderen zijn positie als fietsregio nog verder verstevigen.

Meer dan de helft van de verplaatsingen die we met z’n allen maken, zijn korter dan 5 kilometer. Toch nemen we ook voor die kleine verplaatsingen meestal de wagen. Als N-VA zijn we een grote voorstander van de uitbouw van een degelijk en kwaliteitsvol fietspadennetwerk.

Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts heeft daarom extra middelen ingezet om werk te maken van de versnelde uitbouw van fietspaden langs gewestwegen.

Ook de gemeenten worden met subsidies (tot 80% van de investeringskost) gestimuleerd om langs hun wegen fietspaden aan te leggen; 60% van het functioneel fietsroutenetwerk bevindt zich immers op gemeentewegen. In ons programma voor de gemeenten leggen we hier de nadruk op.

Door meer in te zetten op fietspaden, veilige oversteekplaatsen en aangepaste fietssnelwegen willen we de veiligheid en het comfort van de fietsers verhogen.

In de stad en in dorpscentra is een fiets gebruiksvriendelijker en sneller dan een auto of het openbaar vervoer. Door voetgangers en fietsers voldoende ruimte te bieden in het ontwerp kan beter ingespeeld worden op de bereikbaarheid en kan het ontwikkelings- en verdichtingspotentieel in de stad of dorp vergroten. Een fietsvriendelijk beleid kan bovendien voor een groot stuk gegenereerd worden zonder zware, ingrijpende of grote infrastructuurwerken. De fiets heeft als vervoermiddel heel wat mogelijkheden in zich om uit te groeien tot een volwaardig alternatief voor de auto of het openbaar vervoer. Zeker in een vervoersmarkt waar ‘genetwerkte mobiliteit’ steeds belangrijker wordt, biedt de combinatie met de fiets in voor- en natransport heel wat kansen.

Groen en infrastructuur

Natuur: Reeds één op de drie Vlaamse gemeenten laat zijn waardevolle natuurgrond (bossen, weiden, ...) beheren door milieu- en natuurverenigingen. De lasten worden daardoor verdeeld over zowel de gemeente als de natuurvereniging. Aangezien dergelijke verenigingen een beroep doen op vrijwilligers, krijgt de burger de mogelijkheid om mee te bouwen aan zijn of haar gemeenschap.

De inbreng van de gemeente :

De gemeente werkt samen met lokale milieu- en natuurverenigingen en buurtverenigingen om zo de participatie van de gemeenschap aan het gemeentelijk milieubeleid te bevorderen.

Via de gemeentelijke milieuraden krijgen burgers en verenigingen een echte stem in het milieubeleid. Geen inspraak voor de vorm, maar echte betrokkenheid.

Intergemeentelijke milieudiensten bundelen krachten en expertise voor het aanpakken van grensoverschrijdende problemen.

Via het gemeentelijk infoblad, de communicatiedienst, de website, bewonersvergaderingen, … de informatie over het gevoerde milieubeleid verbeteren om een groter draagvlak te creëren.

Bij duurzaam bermbeheer, groen- en bosbeheer een totaalvisie hanteren zodat rekening wordt gehouden met de maatschappelijke behoeften van de omgeving.

Gebruik de ruimte multifunctioneel. Openbare pleintjes en bossen kunnen verschillende functies hebben (recreatief, sociaal-maatschappelijk, educatief, economisch, cultureel- historisch, wetenschappelijk, ecologisch, psychologisch). Voorbeelden zijn een speelbos of een geboortebos.

Afbouwen van het pesticidegebruik dankzij alternatieve bestrijdingsmethoden bij het onderhoud van de openbare ruimte.

Behouden en aanleggen van kleine landschapselementen. Deze natuureilanden fungeren namelijk als corridors voor dieren en planten tussen verschillende natuurgebieden.

Milieu, ruimtelijke ordening en wonen

“Zwerfvuilactieplan”

We pakken zwerfvuil aan, samen met vrijwilligers, scholen, jeugdbewegingen,… – al dan niet met een financiële stimulus.

Woonbeleid

Een lokaal woonbeleid op maat maakt kwaliteitsvol en betaalbaar wonen mogelijk, ook in onze eigen gemeente. De N-VA wil meer verscheidenheid in het woningbestand als antwoord op de specifieke woonbehoeften van starters, éénpersoonsgezinnen en senioren.

Voldoende groen, goede verkeersinfrastructuur en kwaliteitsvolle welzijns- en vrijetijdsvoorzieningen zorgen voor een veilige leefomgeving waar het aangenaam is om te winkelen, te wonen en te werken.

Eigendomsverwerving is voor de N-VA de belangrijkste drempel tegen armoede en verhoogt de betrokkenheid met de buurt. De inbreng van de gemeente :

Inzetten op een voldoende groot en betaalbaar woonaanbod voor ouderen die niet meer thuis kunnen wonen, o.a. ook via serviceflats. Indien de gemeente dit financieel niet haalbaar acht dient er een oplossing gezocht te worden via de publiekprivate sector

De mobiliteit van de oudere inwoners bevorderen. Dit kan o.a. door kontakten met “De Lijn” om voor sommige deelgemeenten een betere uurregeling van de bussen te bepleiten. De mindermobielencentrale een ruimere bekendheid geven.